terug naar menu Wilhelmina

Historie van de molen te Noorderhoogebrug; na 1926 - heden

Geert Nienhuis (1862-1952) verkocht op 1 mei 1926 zijn molen De Lelie te Noorderhoogebrug, staande ten westen van het daar nu nog bestaande muldershuis aan de Molenstreek, aan Hayo Nieboer (1874-1937); voorheen molenaar te Borgercompagnie/gem. Veendam. Uit onderstaande afbeelding blijkt dat muldershuis en molen waren gelegen aan een bocht van het Boterdiep nabij een brug. In de zomer van 1934 werd die bocht verlegd en die waterloop op deze locatie gedempt waarbij de brug uiteraard werd afgebroken.

Na het overlijden van Hayo Nieboer op 27-04-1937 werd het molenaarsbedrijf in Noorderhoogebrug voortgezet door zijn zoon Popko en Hayo's weduwe Afina Nieboer-Kuikenga.

In 1935 kreeg de molen van Noorderhoogebrug twee nieuwe ijzeren potroeden; d.w.z. geklonken stalen roeden, genoemd naar de fabrikant Pot te Kinderdijk. maar besteld bij de fa. Takens; molen-makersbedrijf te Onderdendam/gem. Bedum.
Ook de stroomlijnneus (d.i. het voorhek van een molenwiek) werd in dat jaar gelijktijdig vernieuwd.

Tijdens de storm van 17 maart 1947 kwamen de pas twaalf jaar oude potroeden met de askop (d.i.:
de vierkante koker waar beide roeden doorheen zijn gestoken) omlaag waarbij ook een aantal kippen werden gedood. Onder de titel Ontluisterde molen heeft het Nieuwsblad van het Noorden uitvoerig over die stormschade bericht:
Een zeer kaal beeld biedt thans de molen van den heer P. Nieboer te Noorderhoogebrug. Tengevolge van het slechte weer vannacht zijn van de 40 jaar oude molen alle wieken afgeslagen. De heer Nieboer vertelde ons dat hij juist boven op de omloop (= stelling in molenvaktermen) was geweest om de staart extra stevig te bevestigen totdat zijn vrouw hem riep dat hij beneden nodig was. En inderdaad, ternau-wernood was hij beneden of de schoorsteen vloog van het dak. Glasscherven overal en het meubilair werd dooreen gesmeten.

Dit was nog slechts een voorproefje want eensklaps schijnen waarschijnlijk tengevolge van een ruk-wind de kettingen, waarmee de staart op zijwind was vastgezet, gebroken te zijn waardoor de wieken een kwart slag draaiden en met de rug in de wind kwamen te staan. Een donderend geraas en de heer Nieboer kon slechts constateren dat de molen 'ontwiekt' was. Eén van de wieken viel op een nabij-staand schuurtje en vernielde dit. Voorlopig zal de eigenaar moeten werken met een 50 pk motor daar met de opbouw van deze nieuwste en grootste molen in de noordelijke provincies een bedrag van 12 tot 15.000 gulden gemoeid zal zijn, terwijl de verzekering geen stormschade uitkeert.

Desondanks werd de 'ontwiekte' molen reeds enkele maanden na die stormschade verkocht.

Per 1 september 1947 werd Willem B.J. van Wijngaarden de nieuwe eigenaar. Deze was een zoon van Antonius van Wijngaarden, overleden op 12-01-1945; molenaar op de Nieuwe molen te Lichten-voorde (Gld). Die molen werd in 1895 herbouwd nadat de vorige was afgebrand en nu tot stelling-molen werd verhoogd. A. van Wijngaarden had die molen in 1907 gekocht terwijl hij al sinds 1897 huurder was
De eerdere molenaar/eigenaar in Noorderhoogebrug, Popko Nieboer, was naar Leeuwarden vertrokken waar hij in dienst kwam van Douwe Tromp Meelfabriek; een onderneming die tevens een vestiging had in Sneek.
Het heeft vele jaren moeten duren voordat zijn opvolger als nieuwe eigenaar de aangerichte schade van 1947 heeft laten herstellen. Eerst in 1963 werden een nieuwe as en twee nieuwe stalen roeden
aangebracht door de molenmakers Doornbosch en Schuitema. Totale kosten: ƒ. 27.000,--. Na vele jaren te hebben stilgestaan kon de molen op 14 november 1963 opnieuw in gebruik worden genomen. Bij die gelegenheid werd De Leeuw herdoopt en kreeg zijn huidige naamgeving Wilhelmina; vernoemd naar de echtgenote van de toenmalige eigenaar W.B.J. van Wijngaarden.

Het is onduidelijk wat deze man moet hebben bewogen om een niet-werkende molen aan te kopen; om het graan te kunnen malen werd gebruik gemaakt van elektriciteitskracht zoals dit door zijn voor-gangers ook al vóór 1947 werd gedaan. Het onderstuk van de molen diende hierbij als graanpakhuis.

Herstelwerk aan de 'Wilhelmina' na 1963.
In 1967 werd het kruiwerk voor ƒ. 3.500,-- hersteld door molenmaker A. Doornbosch te Adorp die zijn opleiding had ontvangen in de molenmakerij van Chris Bremer; eveneens gevestigd in Adorp. Laatstgenoemde molenmaker heeft o.a. ook de molens De Leeuw te Zeerijp (1955) en De Hoop in Garsthuizen (1972) gerestaureerd. Kennelijk was het herstel van bovengenoemd kruiwerk niet afdoende uitgevoerd, want in 1971 werd nog een nieuwe windpeluw aangebracht (deze rust op de beide voeghouten die op hun beurt weer rus-ten op de kruiring).

Groningens fraaiste molen aan ondergang door vuur ontsnapt.
Onder deze kop verscheen op 10 februari 1969 een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden: Het heeft maar een haar gescheeld of de gemeente Groningen was de mooiste van de vier molens

Wat bleek het geval? Een dochtertje van aannemer T.D. Elderman had, samen met een vriendinnetje, gespeeld op de zolder van zijn loods die tot de nok toe was gevuld met hout; gelegen in de onmiddel-lijke nabijheid van de molen 'Wilhelmina' aan de Molenstreek te Noorderhoogebrug. Op de zolder van die loods hadden beide meisjes met kaarsen gespeeld. Vermoed werd dat een afge-streken lucifers, nog nasmeulend, op een poppendeken was gevallen waardoor brand was ontstaan.
Een half uur nadat beide meisjes de loods hadden verlaten sloegen de vlammen reeds uit het dak.
De verdere familie Elderman was op dat moment niet thuis, zodat buren en anderen met snelblussers het dak beklommen. Het gelukte hen het vuur tijdelijk te doven, maar toen de gealarmeerde brand-weer arriveerde was het vuur al weer opgelaaid. De brandweerlieden slaagden er evenwel in dat vuur vrij snel te bedwingen.
De loods staat op nog geen twintig meter afstand van de molen. Er stond een vrij straffe wind, pal in de richting van de nog niet zo lang geleden gerestaureerde "Wilhelmina" , (einde citaat genoemd dag-blad).

Op 13 november 1972 raasde een storm over Noordwest-Europa waaruit ook de Wilhelmina niet ongeschonden tevoorschijn kwam. De kap was verschoven; ontstaan door schade in het kruiwerk. Dit betekende dat het meest essentiële onderdeel van een molen, het kunnen plaatsen van de wieken op de wind, alsmaar slechter werd.

Geld voor een afdoende restauratie was evenwel niet voorhanden, zodat uiteindelijk de gemeente Groningen de molen op 14 juni 1977 heeft aangekocht. Koopprijs: ƒ. 60.000,--.

Het gezin van Wijngaarden telde drie kinderen, waarvan één zoon: Cor. Deze was banketbakker geworden en voelde er allerminst voor om zijn vader Wilhelmus B.J. van Wijngaarden als molenaar op de Wilhelmina op te volgen. Deze had inmiddels een betrekking aanvaard in graanpakhuizen en liet de wieken van zijn molen slechts voor zijn plezier draaien. In de zomer van 1976 werd een advertentie geplaatst waarin de molen ter verkoop aangeboden.

Ook al hebben wij er zelf nooit ingewoond, mogelijkheden hiervoor zijn volop aanwezig zo werd verklaard aan Wim van Geffen; redacteur van de Woonkrant d.d. 28-08-1976.

In het onderstuk bevinden zich vier etages; bovenin zijn nog wel drie etages in te richten, al dient men wel rekening te houden met een ingewikkeld stelsel van binten en balken. Op elke etage zitten vier ven-sters en bovendien behoort veel grond om de molen, waaraan echter wel het nodige dient te gebeuren. De novemberstorm heeft de wieken beschadigd, maar dat is allemaal te herstellen.

Die advertentie leverde het echtpaar 40 gegadigden op. Men belde het afgelopen weekend vanuit alle delen van Nederland, maar vooral uit Noord-Holland. We zien wel zien,

zo sprak Willem van Wijn-gaarden tegenover de redacteur van de Woonkrant.
Hij had zelfs een bod van ƒ. 170.000,-- ontvangen vanuit de USA. Die Amerikaanse bezoekers hadden het plan opgevat om de molen steen voor steen te laten afbreken en vervolgens in de VS opnieuw op te bouwen. Monumentenzorg, zuinig op het vaderlandse molenbestand, sprak echter een veto uit: De molen moet blijven en van Wijngaarden diende 'nee' te verkopen voor dit Amerikaanse bod.

Op dat moment was de Wilhelmina de nog enig bestaande korenmolen van de vele molens die de stad Groningen ooit had gehad. Het stadsbestuur was er daarom alles aan gelegen deze laatste korenmolen binnen haar gemeentegrenzen voor algeheel verval te behoeden. Voor de symbolische som van ƒ. 1,-- werd de molen vervolgens op 25 september 1978 overgedragen aan Molenstichting Hunsingo e.o.; sinds 14 oktober 1971 gevestigd te Groningen.
Hierbij werd overeengekomen dat de gemeente Groningen de voorfinanciering van algehele restauratie op zich zou nemen. Ook deze klus werd gegund aan molenrestauratie bedrijf A. Doornbosch te Adorp. In oktober 1980 werd met het werk begonnen en een jaar later was de restauratie voltooid.

Bij deze restauratie werd aangenomen dat het gevlucht, voorzien van zelfzwichting, nog in redelijke staat was. Desondanks heeft de molen sindsdien geen enkele storm ongeschonden weten te trotseren.

Op 23 december 1991 brak een wiekeind af dat in het nabij gelegen gazon terecht kwam. Opnieuw een flinke schadepost waarvan het herstel op ca. ƒ. 80.000,-- werd begroot.

Om de molen toch te kunnen gebruiken ontdeed vrijwillig molenaar H.J. Berghuis, sinds 1 oktober 1988 hier als zodanig werkzaam, ook de tegenover liggende wiek van het hekwerk en maalde met één roede.
Aangezien de Molenstichting Hunsingo niet in staat was om het herstel uit eigen middelen te bekos-tigen werd andermaal een beroep gedaan op de gemeente Groningen. De ramp werd kompleet toen op 13 augustus 1992 van de nog intact gebleven wiek negen heklatten afbraken waardoor de zelf-zwichting een bedreiging vormde voor het vroegere molenaarshuis.
Door een noodstop werd voorkomen dat de zelfzwichting van de roede viel. De juist één maand eerder aangebrachte nieuwe vangstok die achter uit de kap steekt en is voorzien van een ketting die dient als rem van het wiekenkruis, heeft hierbij ongetwijfeld de noodzaak van vervanging bewezen.
Diezelfde avond nog werd het gehele gevlucht kaal gezet, hetgeen een trieste aanblik bood. Aangezien de gemeentelijke subsidie eerst één of twee jaar later beschikbaar zou zijn besloot Molen-stichting Hunsingo & Omstreken tot voorfinanciering.

In het najaar van 1993 bleek de regenkraag, één van de eerste exemplaren die op de Groninger molens was aangebracht, grote gaten te vertonen terwijl ook grote stukken bekleding loslieten. Daarom werd een nieuwe regenkraag aangebracht, maar de roeden stonden nog steeds kaal. De opdracht tot het ma-ken van een nieuw wiekenkruis was echter verstrekt, zodat de molen in april 1994 weer in bedrijf kon worden gesteld.
De oude roeden – aangebracht in 1963 na de storm van 1947 – waren vervaardigd door Schuitema te Dorkwerd, doch niet geschikt om zelfzwichting (= een wieksysteem met kleppen die automatisch openen en sluiten, afhankelijk van de windkracht) te dragen. In feite had dit systeem al tijdens de restauratie van 1980/'81 vervangen moeten worden.

Uit dit alles blijkt wel dat aan de Wilhelmina gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw feite-lijk alleen de meest urgente reparaties werden uitgevoerd. Steeds ontbraken de financiële middelen voor een algehele restauratie.
Momenteel is deze molen weer in volle luister en glorie te bewonderen; niet in de laatste plaats door de algehele inzet van genoemde vrijwillig molenaar Hendrik Jan Berghuis die samen met Mieke, zijn echtgenote, de Wilhelmina exploiteert.

Regionale bekendheid verkreeg dit echtpaar door op de laatste zaterdag van oktober, voorafgaande aan de invoering van de wintertijd, een z.g. avondmalen in te voeren. Die avond en nacht is de molen zelfs 24 uur in bedrijf!

Op Oudejaarsdag draait het wiekenkruis eveneens. Die middag worden in het winkeltje van de molen tevens oliebollen verkocht. Hoe sfeervol de molen rond de Kersttijd en jaarwisseling is verlicht blijkt uit onderstaande afbeelding:

Inmiddels zijn we een eeuw verder sinds het houten achtkant in 1907 overkwam van de afgebroken pel- en korenmolen van A,H. Bosscher te Sappemeer. Dat houten achtkant , gedekt met dakleer, werd geplaatst op een geheel gepleisterde en gemetselde onderbouw waarop witte verf is aangebracht.
Die onderbouw steunt op 127 palen!
De hoogte van de stelling, geplaatst op genoemd gemetseld onderstuk, bedraagt 13 meter; inclusief het gevlucht wordt zelfs een hoogte van maar liefst 40 meter bereikt. Met die van Kantens is de Wilhelmina nu een van de hoogste molens in de provincie Groningen.

Bij helder weer kan men vanaf de stelling, uitziende over het weidse land over een afstand van toch altijd nog zo'n twintig kilometer, de molen in Kantens duidelijk onderscheiden.

Op een maalbak in de Wilhelmina prijkt nog altijd een gedicht:

De Wind een wonder van Gods'macht drijft deze molen door haar kracht wil gij uw zorg O Hemel Heer op deze molen dalen neer bewaar hem voor 'd orkaan der winden voor onweer en voor bliksem-stralen die bergen treffen laage dalen opdat uw goedheid hem bewaar ten voordeel van den eigenaar Simon van Kuiken, Houwerzijl 1913

De dichter van dit schone gedicht was toen twintig jaar; hij werd op 05-10-1893 geboren te Houwerzijl als zoon van de dagloner Luitje van Kuiken.

Aan een tweede gedicht is een legende verbonden.

De echtgenote van laatste privé-eigenaar W.B.J. van Wijngaarden heeft beweerd dat er ooit iemand in de molen (vermoedelijk) door alle luiken naar beneden is gevallen. Zij vermoedde dat dit een zoontje van het echtpaar Nienhuis-Bruins is geweest. Hun huwelijk in 1903 is evenwel kinderloos gebleven, aangezien beide toen de 40-jarige leeftijd inmiddels waren gepasseerd.
Daarom kan genoemde Jan in onderstaand gedicht geen zoon van dit molenechtpaar zijn geweest.

Vergeten door zijn aardsche vader Rust hier mijn kleine Jan En 't geen de waarheid zegt En wat er staat geschreven Wacht hem een lieve Vader In 't eeuwige leven Geliefd zoontje van een bedrogen meisje

Dit is wel een hoogst merkwaardig gedicht waarvan met name de laatste regel in nevelen is gehuld.

Assen, september 2012 Geert Nienhuis
Geraadpleegde bronnen: Groninger Molenboek (1981) door B. van der Veen Czn. Groninger Molenarchief, in 2009 door het Groninger Molenhuis overgebracht naar RHC Groninger Archieven website van RHC Groninger Archieve./www.allegroningers.nl t.b.v. genealogisch onderzoek www.genlias.nl website t.b.v. genealogisch onderzoek inzake alle Nederlanders Vereniging 'De Hollandsche Molen'; Amsterdam www.molens.nl diverse krantenartikelen telefonisch onderhoud met mevrouw S. Muizebelt-Nieboer te Borne (november 2006) eigen archief
terug naar menu Wilhelmina